Aanbevelingslijst voor de school

Mijn aanbevelingslijst is opgemaakt aan de hand van het Vier in balans-modelHet Vier in balans-model laat zien/verwoordt hoe scholen een optimaal rendement kunnen halen uit ICT. Het model beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ICT in het onderwijs goed te kunnen gebruiken.

Dit model kunt u ook terug vinden onder het luikje 'Technische mogelijkheden op school'. 

Meer informatie over het Vier-in-balans model is terug te vinden op; http://kn.nu/2i5ry

 

De bouwstenen van het Vier-in-balans model zijn:  visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen en infrastructuur.

Visie: Deze bouwsteen bespreekt de opvatting over wat kwalitatief goed en doelmatig onderwijs is en de plaats die
ICT daarbij inneemt. De visie omvat de overkoepelende ambities en gaat in op de randvoorwaarden om deze te verwezenlijken. (Kennisnet, 2015) Volgens het onderzoek van Kennisnet voor het schooljaar 2017 blijft het Gebruik van ICT in het onderwijs toenemen. Dit komt tot uitdrukking in het veelvuldig en gevarieerd gebruik van ICT-toepassingen. In mijn stageklas zie ik dit ook, maar nog niet genoeg. Er wordt af en toe gewerkt met de computers en het smartboard staat steeds aan, maar dit kan nog verder gaan. Voorlopig worden de computers enkel ingezet tijdens een hoekenwerk of wanneer leerlingen sneller klaar zijn. Stel dat de school een computerklas inricht of 25 tablets aankoopt dan kan er tijdens de lessen specifiek op de computer of tablet gewerkt worden. 

 

Deskundigheid: De benodigde competenties van medewerkers om ICT goed in te zetten: ICT-bekwaamheid van leraren, de deskundigheid van leidinggevenden en de deskundigheid van het onderwijsondersteunend personeel. (Kennisnet, 2015).

- ICT-bekwaamheid van leraren: Om ICT in te zetten in de klas moeten leerkrachten beschikken over de nodige kennis omtrent ICT. De jongere generatie leerkrachten hebben al meer kennis over ICT dan de oudere generatie. Om de kloof te dichten tussen beide generaties, maar ook om de jongere leerkrachten nog meer aanzet te geven tot het gebruik van ICT, kunnen er bijscholingen georganiseerd worden. Hierbij kunnen ze dan kennismaken met handige apps en websites, software, wat te doen bij ICT problemen,...enzovoort.

- De deskundigheid van leidinggevenden: De directie zou ook wat meer de leerkrachten kunnen motiveren om ICT te gebruiken. Het communiceren verloopt vaak gewoon via mail, de agenda's worden online gedeeld, er is een schoolwebsite,... Maar zij zouden juist meer kunnen aanzetten tot het gebruik hiervan. Zij kunnen de leerkrachten verplichten om, ik zeg maar iets, twee keer per week met de leerlingen op de computer te werken.

- De deskundigheid van het onderwijsondersteunend personeel: Ik weet dat er een ICT-werkman aanwezig is in de school. Vaak wordt hij opgeroepen om het internet te maken, om de computer opnieuw aan te sluiten, naar de niet functionerende printer te kijken,... Maar daar blijft het bij. Wat zouden zij kunnen doen? Zij zouden kunnen samenzitten met de leerkrachten om oefeningen rond internet gebruik, sites, apps,... aan te bevelen of om hen tips te geven. Zij kunnen ook eens een les geven rond computer gebruik in de klas bijvoorbeeld. Het samenwerken tussen het ICT-ondersteunend personeel en de leerkrachten kan dus echt wel aanbevolen worden.

- Waar nog naar verwezen kan worden zijn de ouders van de leerlingen. Uit het rapport van Kennisnet 2017 blijkt dat leerlingen met hoger opgeleide ouders  thuis de meeste ondersteuning ontvangen bij het verstandig omgaan met ict-toepassingen voor
schoolwerk en daarbuiten. Om dit wat op te lossen kunnen er voor ALLE ouders ICT-ondersteuning aangeboden worden. De leerkrachten kunnen hun manier van werken met ICT aan de ouders uitleggen. Ook een instructiebundeltje kan handig zijn voor de gebruikte leer- en communicatieplatformen. In dit geval Bingel en Gimme. Maar ook hoe de ouders de leerlingen zouden kunnen helpen bij het werken op de computer.

 

Inhoud en toepassingen: Deze bouwsteen bespreekt de informatie, educatieve content en software die gebruikt worden in
een school, zoals: (Kennisnet, 2015)
- Digitaal leermateriaal dat speciaal is gemaakt voor het onderwijs en algemene kennisbronnen. ==> De leerkrachten zoeken zelf veel oefeningen op op het internet om deze binnen hun lessen te kunnen plaatsen. Dit zit volgens mij dus goed. Hier heb ik niet meteen aanbevelingen bij. Wat wel nog extra gedaan kan worden, maar zeker niet hoeft of verplicht is, is om de leerkrachten aan te sporen om een klasblog te maken. Hierop verschijnen dan oefeningen en werkbladen met verschillende geleerde inhouden die ze kunnen delen met andere leerkrachten. Ze kunnen daar ook foto's en verhalen van in de klas op delen.

- De educatieve softwarepakketten en ICT-systemen, zoals een elektronische
leeromgeving, leerlingenadministratie- en leerlingvolgsystemen. ==> Elke handleiding heeft een eigen bordboek en extra's tegenwoordig. De leerkrachten hebben ook toegang tot al deze lespakketten die horen bij hun handleidingen. Op mijn stageschool gebruiken ze Bingel en Gimme. Bingel voor het maken van huiswerk en oefeningen voor de leerlingen. Gimme dan weer voor het delen van foto's, documenten en brieven met de ouders. Dit vind ik een goede stap in de goede richting. 

 

Infrastructuur: 

De infrastructuur oftewel de beschikbaarheid en kwaliteit van de hardware, netwerken en connectiviteit. Wat ik hier over kan vertellen is dat de computers niet al te nieuw zijn, maar dat ze wel werken zoals het hoort. Misschien kan er wel geïnvesteerd worden in een reeks nieuwe computers om deze al dan niet in een computerklas te installeren. Zo kunnen de leerlingen beschikken over materiaal dat werkt en dat voor iedereen hetzelfde is.

In elk lokaal zijn er smartboards aanwezig die effectief ook gebruikt worden door de leerkrachten en de leerlingen bij elke les. Elke klas heeft wel minstens één of twee computers. In sommige klassen zijn het er enkelen meer of zelfs veel meer.  Eén of twee computers vind ik persoonlijk te weinig om leerlingen echt met ICT aan het werk te zetten of om ICT in te zetten in de klas. Wat ik de school dus zeker aanbeveel is om voor de klassen die niet de ruimte of mogelijkheid hebben om over meer computers te beschikken een computerklas in te richten. Zo kunnen de leerlingen ook meer met ICT werken en komen ze zeker in aanraking met de computers. Ook de andere klassen kunnen dan hierheen komen voor lessen ICT.

Wat misschien ook fijn en interessant kan zijn is het aankopen van Tablets. Deze kunnen dan door de leerkrachten gereserveerd en ontleent worden. Het internet staat namelijk vol met zinvolle, bruikbare en educatieve apps die ingeschakeld kunnen worden in verschillende ontwikkelvelden. Leerlingen leren dan ook dat tablets voor meerdere dingen gebruikt kunnen worden dan enkel om spelletjes te spelen. Voor leerkrachten is het gebruik van QR-codes ook heel erg fijn. Dit kunnen ze dan in hoekenwerk en contractwerken invoeren.