Technische mogelijkheden opgesomd;

In mijn stageklas zijn de volgende ICT gerelateerde dingen aanwezig;

- Een smartboard en een beamer

- 3 computers (in het derde leerjaar)

* Elke computer beschikt over een (draadloze) internetverbinding.

* Elke computer heeft de mogelijkheid om programma's te zoeken en te downloaden.

* Elke computer beschikt over een tekstverwerkingsprogramma (Word), een programma met rekenbladen (Excel)

en een presentatiesoftware (PowerPoint).

* Elke computer heeft ook de browser Mozilla Firefox om dingen op te zoeken op het internet.

 - Graag deel ik jullie mee dat in mijn vijfde leerjaar er meer dan 3 computers aanwezig zijn. In de andere klassen weet ik dit niet. Het zal dus ook van klas tot klas afhangen hoeveel computers er aanwezig zijn.

Het Vier in balans-model toegepast in mijn stageklas:

Visie:

In de klas wordt er af en toe wel met de computers gewerkt. Dit bij hoekenwerk, vrije momenten of wanneer de leerlingen iets moeten afmaken (bv.: Tafelkampioen). Op de computer staat oefeningen en sites waarop de leerlingen geleerde inhouden spelenderwijs kunnen herhalen. Tijdens de lessen zelf wordt er eigenlijk zo goed als altijd op het smartboard gewerkt. Zelfs tijdens het vieren van een verjaardag wordt het smartboard gebruikt. ICT is dus zeker aanwezig in mijn klas en wordt zo goed als altijd gebruikt. De klasleerkracht is dus ook wel erg ambitieus en wil de leerlingen ook echt wel in contact laten komen met ICT. Helaas volgen de middelen hier niet het ambitieuze.

Deskundigheid:

Dit slaat op de competenties van medewerkers om ICT goed in te zetten. Er wordt dan op drie niveaus gekeken, maar voor dit deel bespreek ik enkel de ICT-bekwaamheid van de klasleerkracht.

De ICT-bekwaamheid van de leraren: hun kennis, houding en kunde t.o.v. ICT. Van de klasleerkracht kan ik niet beoordelen wat haar kunnen zijn met ICT. Ze gebruikt het smartboard vlot, vindt snel goede en efficiënte oefeningen op het internet, kan programma's van het smartboard en bordboeken vlot gebruiken om lessen te maken en kan een (online) deel- en tekstverwerkingsprogramma (zoals OneDrive) vlot gebruiken.

Inhoud en toepassingen:

Van zo goed als elke methode die de leerlingen gebruiken is er een bordboek beschikbaar. De leerkracht kan deze open zetten om de oefeningen te tonen, te verbeteren of samen klassikaal te maken. Ook beschikken de leerlingen over een elektronische leeromgeving, namelijk; Bingel. Hierop kunnen ze het opgegeven huiswerk maken, leerrijke spelletjes spelen en extra oefeningen maken. Voor de ouders is er ook een elektronisch communicatieplatform; Gimme. Dit is een online platform waarop leerkrachten met ouders kunnen communiceren. Die berichten kunnen bestaan uit teksten, brieven, foto’s en filmpjes van schooluitstappen, invulformulieren ,... 

Infrastructuur:

De infrastructuur oftewel de beschikbaarheid en kwaliteit van de hardware, netwerken en connectiviteit, werd hierboven deels besproken. Wat ik hier nog meer over kan vertellen is dat de computers niet al te nieuw zijn, maar dat ze wel werken zoals het hoort. Dit is natuurlijk een grote investering voor een school, maar zolang de computers degelijk werken is dat het voornaamste. Op de drie aanwezige computers is er een degelijke internetverbinding. Ook de leerkrachten hebben toegang tot het draadloze internet van de school op hun laptop.